Herdenken

“Kom mama, naar de stoelen!”, roept mijn dochter. Ze rent voor me uit, over het Rabbijn Maarssenplein in het centrum van Den Haag. In wat vroeger de Joodse buurt was. We komen hier vaak.

In de oorlog stond aan dit plein een Joodse school. De kinderen van die school speelden hier. In 1942 en 1943 zijn ze vrijwel allemaal gedeporteerd. De stoelen vormen een monument. Ze symboliseren een trap naar de hemel. Er staan namen ingegraveerd van vermoorde kinderen.

Mijn vierjarige klimt op een stoel en speelt dat ze een juf is die verhaaltjes voorleest aan haar leerlingen.

Een paar jaar geleden keek ik naar de dodenherdenking bij het Nationaal Monument op de televisie. Een interviewer vroeg aan mensen in het publiek waarom ze daar waren. Een mevrouw zei: “Mijn opa heeft in het verzet gezeten. Daarom vind ik het belangrijk om te blijven herdenken.”

Ik dacht daarover na en probeerde me voor te stellen hoe het zou zijn als zij had gezegd: “Mijn opa was een NSB’er. Daarom vind ik het belangrijk hier te zijn.”

Zo’n antwoord hoor je nooit, volgens mij. Als ik daar had gestaan en het was mij gevraagd, dan had ik dat ook niet zo voor de camera gezegd. Denk ik.

Ik sta daar niet. Tussen slachtoffers, tussen verzetshelden. Of: tussen kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen van slachtoffers en verzetshelden. Het voelt misplaatst. Er zijn misschien mensen die zullen zeggen: dat ís ook misplaatst.

Maar op het Rabbijn Maarssenplein met mijn dochter ben ik vanzelf stil. Zij speelt. Argeloos en onwetend. Ik kijk toe, met een loodzwaar hart.

 

Op 28 januari werd een nieuw monument onthuld op het plein. Ontworpen door de Haagse kunstenares Anat Ratzabi. Het toont een deur op een kier, met daarnaast twee bronzen koffers, die symbool staan voor de deportatie. 

 

Wil je mail bij een nieuw verhaal?

Vul dan je e-mailadres en naam in. Je kunt altijd weer uitschrijven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Wil je mail bij een nieuw verhaal?

Vul dan je e-mailadres en naam in. Je kunt altijd weer uitschrijven.