12. Het beslissende jaar 1934

In het geboortejaar van mijn vader beheerst de economische crisis het land. Vooral de werkloosheid is een groot probleem. In 1934 loopt het werkloosheidscijfer op om in 1935 een piek te bereiken. Dan zit 19,4 procent van de beroepsbevolking zonder werk. In de bouwsector hakt het gebrek aan werkgelegenheid er met name in. In de jaren ’80 van de twintigste eeuw kent Nederland ook een langdurige crisis met veel werkloosheid. Toch vallen die cijfers in het niet vergeleken met de jaren dertig. Op het hoogtepunt van de crisis in 1984 was het werkloosheidscijfer 10,2 procent.

Langdurig thuis zijn zonder werk betekent in 1934 bittere armoede. De steun aan werklozen is minimaal. Werklozen moeten stempelen om te bewijzen dat ze geen werk verrichten naast een werkloosheidsuitkering.

Het hoge werkloosheidscijfer is het gevolg van de wereldwijde economische crisis die in 1929 begon, maar pas in de jaren dertig in de reële economie voelbaar wordt. Ze wordt echter versterkt doordat bedrijven investeren in toename van arbeidsproductiviteit, om de loonkosten te drukken. Daarnaast is er een demografische factor: de forse bevolkingstoename in het interbellum heeft geleid tot een grote groep jonge mannen die op zoek is naar een plekje op de arbeidsmarkt.

Vanaf de verkiezingen in april 1933 leidt Hendrikus Colijn (ARP) Nederland door de crisisjaren. Zijn beleid is omstreden: hij kiest voor een aanpassingspolitiek waarbij bezuinigingen centraal staan. Een sluitende begroting is essentieel. De weerstand tegen zijn beleid is groot, maar het duurt lang voordat er een alternatief komt. De SDAP formuleert een Plan van de Arbeid, dat zich richt op verbetering van de werkgelegenheid en de koopkracht door grote openbare werken te initiëren. Ook de katholieke partij RKSP pleit voor een ‘actieve welvaartspolitiek’. Colijn wijst dit alles resoluut van de hand en zegt zijn samenwerking met de RKSP op. Een coalitie van de RKSP en de SDAP lukt om principiële redenen niet.

Ook in Monster, het dorp van mijn opa, worstelt de burgemeester met een grote hoeveelheid werklozen. Hij neemt in 1934 een opvallend besluit. In het duingebied tussen Ter Heijde en Loosduinen laat hij een duinbos aanleggen. Burgemeester Kampschoër weet daar subsidie voor los te krijgen bij Provinciale Staten en de Rijkscommissie van advies voor werkverschaffing en werkverruiming in Zuid-Holland. En zo staat een groep mannen uit Monster maandenlang met kruiwagens grond te scheppen in de duinen.

Als gevolg van de crisis en het teleurstellende beleid groeien de extremen aan beide kanten van het politieke spectrum. Aanvankelijk wordt vooral de groei van de groep communisten en anarchisten gezien als een gevaar. In de loop van 1933 worden de politieke leiders zich ook steeds meer bewust van de dreiging op rechts.

Aan het einde van het jaar maakt Colijn dit eens te meer duidelijk door een ambtenarenverbod af te kondigen. Op 28 december 1933 tekent Colijn het Koninklijk Besluit om het NSB-lidmaatschap te verbieden aan ambtenaren. Een toelichting op dit besluit wordt niet gegeven. In diezelfde laatste week van het jaar behaalt de NSB een recordaantal nieuwe aanmeldingen. Voor Mussert is het ambtenarenverbod een tegenslag maar ook een kans om zichzelf neer te zetten als slachtoffer. De NSB wordt door dit besluit bevestigd in de positie van ‘anti-establishment’ partij.

Begin 1934 constateert de Centrale Inlichtingendienst dat veel mensen die voorheen niet erg in politiek geïnteresseerd waren zich nu bij de NSB aansluiten. Dit wordt door de Inlichtingendienst met toenemende zorg bekeken.

De N.S.B. maakt bij haar propaganda listig gebruik van deze onkunde, zij uit steeds dezelfde algemeenheden en opent fraaie inzichten zonder de middelen aan te wijzen, waarop de verwachtingen zullen worden bereikt. (CI-rapport, januari 1934)

De NSB onder leiding van Anton Mussert waakt er ondertussen wel voor om al te radicaal over te komen. Zo wordt antisemitisme door Mussert afgewezen. Mussert benadrukt ook dat zijn bedoelingen legaal zijn.

Al doet hij z’n best te verbloemen waar hij met zijn beweging heen wil, je hoeft in 1934 maar even over de grens te kijken om te zien wat er onder een fascistisch regime gebeurt.

Hitler is in 1933 rijkskanselier geworden en kan op basis van een noodwet regeren zonder toestemming van de Rijksdag. Hij begint het jaar 1934 met de Rijkseenheidswet. De Duitse deelstaten beschikken niet langer over eigen volksvertegenwoordigingen en worden ondergeschikt gemaakt aan de regering in Berlijn.

Dan vindt in juni 1934 de Nacht van de Lange Messen plaats. Op bloederige wijze rekent Hitler af met de mannen van de Sturm Abteilung (SA) die hem in het zadel hebben geholpen, maar die nu een bedreiging vormen.

Hitlers greep naar de macht is compleet als op 2 augustus rijkspresident Von Hindenburg overlijdt. De Führer neemt zijn positie over.

De Duitse bevolking leeft onder een dictatuur. Wat dit precies inhoudt, is voor velen dan al duidelijk.

 

Bronnen

Achtergrond bij de economische crisis 

Hendricus Colijn: Andere Tijden aflevering

Van Zanden en Griffiths, Economische geschiedenis van Nederland in de twintigste eeuw

Robin te Slaa en Edwin Klijn, De NSB: ontstaan en opkomst van de Nationaal-Socialistische Beweging, 1931-1935

Wil je mail bij een nieuw verhaal?

Vul dan je e-mailadres en naam in. Je kunt altijd weer uitschrijven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Wil je mail bij een nieuw verhaal?

Vul dan je e-mailadres en naam in. Je kunt altijd weer uitschrijven.