18. Op weg naar terra incognita

“Maar dat kan helemaal niet!”, roept een mevrouw op de vierde rij spontaan uit.

Ik sta voor een groep voornamelijk oude mensen in Naaldwijk en geef een lezing over mijn familiegeschiedenis. Ik heb uitgelegd dat ik probeer in het hoofd van mijn opa te kruipen om te begrijpen hoe hij tot zijn keuzes kwam. “Ik snap wel dat je dat wilt, maar dat gaat niet,” besluit de vrouw van in de 70.

Ik ben in Naaldwijk op uitnodiging van de historische vereniging. Een maand eerder, op 4 mei, was in theater de Naald een speciale voorstelling over NSB’ers uit het Westland en hun motieven: “Wij hebben niemand kwaad gedaan”. De regisseur had zich verdiept in hun dossiers en hun verhalen werden op het podium naverteld. Ik ging kijken en werd geraakt door de verhalen die soms leken op die van mijn eigen opa. Het was pijnlijk, confronterend, gedurfd.

Verontrustend nieuws

De voorstelling riep veel emoties op bij nabestaanden. De regisseur wilde aanvankelijk alle namen van Westlandse NSB’ers noemen op het podium. Dat was een brug te ver. Er waren immers kleinkinderen en achterkleinkinderen die niet wisten dat hun opa of overgrootopa fout was geweest in de oorlog. Wat zou er gebeuren als die onwetende klein- en achterkleinkinderen achter de waarheid kwamen? Als natuurgeweld zou de nieuwe kennis over ze heen denderen en alles op z’n kop zetten. Toen de regisseur dat begreep, besloot hij het minder persoonlijk maar niet minder ingrijpend aan te pakken.

De emoties rond de voorstelling bevestigen dat er veel onverwerkt verleden is. Begrijpelijk dus dat de historische vereniging wat verdieping en achtergrond wilde. Dus vertel ik hier het verhaal van mijn familie, in aanwezigheid van mijn ouders.

Op de weg naar huis denk ik nog aan de spontane kreet van de mevrouw. Ongetwijfeld heeft ze gelijk. We draaien onontkoombaar om onszelf heen en proberen vanuit die beperkte positie de wereld te beoordelen. Alsof we in het oog van de storm zitten waar het windstil is en we toch willen voelen hoe hard het daarbuiten waait. Terwijl de wereld heen en weer schudt, zitten wij achterovergeleund met de armen over elkaar. En dan is het makkelijk commentaar leveren.

Op school maak ik het ook vaak mee. “Hadden ze niet gewoon…”, beginnen leerlingen regelmatig hun vraag, een kritische blik in de ogen. Als we het over scheurbuik hebben: “Hadden ze niet gewoon gedroogd fruit mee kunnen nemen aan boord van het schip?” Het verleden komt niet zo heel gemakkelijk tot ons. We kunnen er veel van weten en er toch niets van begrijpen.

“The past is a foreign country, they do things differently there.”

Als het in het oog van de storm zo moeilijk is erachter te komen wat zich daarbuiten afspeelt, wat kunnen we dan doen? Moeten we rustig blijven zitten en luisteren naar de oorverdovende stilte om ons heen? Denkend dat deze stilte alles is, dat de storm niet echt bestaat: allemaal fakenews? De orkaan die verwoestend om zich heen grijpt, is misschien te lelijk, te destructief om er iets over te willen weten. Het risico hierbij is dat anderen de storm wel onderzoeken en jouw stilte verstoren met verontrustend nieuws.

Interview

Vanwege de theatervoorstelling deed een journalist nader onderzoek en ontdekte hij mijn blog. Hij belde me voor een interview in AD Westland. We hadden een aangenaam en open gesprek. Zo vertelde hij me hoe hij tientallen jaren geleden als buitenstaander in het Westland was gaan wonen. Geregeld hoorde hij als hij over iemand sprak: “Oh, die was fout in de oorlog.”

Een terloopse maar toch veelzeggende opmerking. “De Westlanders, zeker die van de oudere generatie, weten het nog precies,” zei hij. Ik merkte hetzelfde na de lezing in Naaldwijk. Ik sprak met enkele bejaarden, waarvan een aantal op nogal laconieke toon zei: “Ja, jouw opa, die kende ik wel hoor. Een échte NSB’er.”

En zo zie ik twee parallelle werelden naast elkaar: een wereld van weten en een wereld van niet (willen) weten. Van oude mensen die zich precies herinneren hoe de vork in de steel zit, en van jonge mensen die nauwelijks een idee hebben van hun eigen geschiedenis.

Het duurt niet lang meer of die eerste wereld is er niet meer. Dan blijven de jongeren achter in een windstille wereld, waar ik als kind en puber ook in zat. Daarbinnen kon ik denken dat mijn familiegeschiedenis buiten onze eigen kring niet echt bestond. Ik zat middenin het oog van de storm, samen met andere klein- en achterkleinkinderen van NSB’ers. Sommigen helemaal onwetend, anderen met een wat duidelijker beeld. En velen met wat flarden onsamenhangende informatie. Zonder duiding, zonder begrip.

Een zeker wereldbeeld

De onwetendheid over de wereld buiten ons, is van alle tijden. In de vroege middeleeuwen gebruikten Europeanen zogenaamde OT-kaarten. Ik laat ze zien in mijn lessen, om de leerlingen iets te leren over de middeleeuwers. De kaarten hadden de vorm van een ronde schijf en waren daardoor onbruikbaar om mee te navigeren. De kaarten lieten vooral zien wat mensen geloofden over de wereld. Zo was Jeruzalem het centrum van de wereld. Verder bestond de wereld uit slechts drie continenten die allemaal ongeveer even groot waren. Het oosten lag boven.

Wereldkaart, ca 1260

De middeleeuwers stelden zich tevreden met deze beperkte blik op de wereld. Wat niet klopte met hun verhaal over de werkelijkheid werd weggelaten of aangepast.

Ze leefden in een bubbel, hun eigen ’oog van de storm’.

In de late middeleeuwen veranderde het. Een kaart uit het jaar 1482 laat dit goed zien. De wereld heeft geen echt centrum meer, de verhoudingen kloppen beter. En onderaan de kaart staat ‘terra incognita’. Ze lieten zien wat ze wisten, niet langer wat ze geloofden. Ze waren ook eerlijk over hiaten in hun kennis. Als een uitdaging: kijk, dit valt nog te ontdekken.

Wereldkaart, 1482

En die uitdaging werd aangegrepen. Met beperkte middelen gingen de ontdekkingsreizigers de zee op, het avontuur tegemoet. Stormen en scheurbuik trotserend. Bovendien konden ze onderweg monsters en draken tegenkomen.

Er is dus altijd, ook in het oog van de storm ofwel je eigen veilige bubbel, een keuze: verlaat je die plek om erachter te komen welke werkelijkheden er nog meer zijn? Vaar je richting terra incognita? Of kies je voor de schijnzekerheid van een windstil bestaan?

Terra incognita

Het dilemma hierover hoor ik terug in de reacties op de voorstelling in Naaldwijk, het interview in het AD en mijn blogs. Enerzijds vragen, ook binnen mijn eigen familie: waarom wil je dit oprakelen? Waarom laat je het niet met rust? Anderzijds veel herkenning van mensen die uit de stilte willen komen en willen voelen hoe hard de storm raast en heeft geraasd. Of mensen die het mooi vinden wat ik doe, maar zelf (nog) niet de moed hebben.

Voor mijzelf is het geen vraag meer of ik wil weten. Ik hijs de zeilen, probeer koers te bepalen, voel de wind door mijn haren. En ik ben alweer een tijdje op reis. Ik heb de afgelopen maanden rust gehouden, om de voorraden aan te vullen, op adem te komen. Maar nu vaar ik verder. Op weg naar mijn terra incognita.

Wil je mail bij een nieuw verhaal?

Vul dan je e-mailadres en naam in. Je kunt altijd weer uitschrijven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Wil je mail bij een nieuw verhaal?

Vul dan je e-mailadres en naam in. Je kunt altijd weer uitschrijven.