20. Het ene verhaal

Bastiaan Maan is kalm van aard en staat op politiek gebied als zeer fanatiek en gevaarlijk bekend in Monster.

Dit is de verklaring van het hoofd van de gevangenis waar mijn opa vastzat na de oorlog. Een getuige die mijn opa kende van zijn tijd bij de Landwacht in Leiden verklaarde in 1946: “Mijn commandant was Maan uit Monster. Maan was meestal tegenwoordig bij de diensten, die door ons verricht werden. Hij was gekleed in de uniform van de Waffen SS en bewapend met een pistool. Maan was nogal fanatiek in zijn optreden.

In het dossier dat over mijn opa na de oorlog is gemaakt door de Bijzondere Rechtspleging zijn veel getuigenverklaringen te lezen. Mijn opa wordt beschreven als een zeer overtuigde NSB’er. Een man van principes. 

Meerdere mensen geven aan dat mijn opa weliswaar zeer fanatiek was, maar niet onvriendelijk. Een getuige: “Maan was bij de huiszoeking zeer actief, en heeft geen hoekje overgeslagen, doch overigens was hij niet bruut in zijn optreden.” 

Mijn opa, derde van links, in Rusland, 1942.

Een gevoel van opluchting voel ik als ik dat lees. Mijn opa was een misdadiger, heeft huiszoekingen verricht, mensen opgepakt, maar dat deed hij netjes, en op zijn manier ‘integer’. Dit soort kronkels maak je kennelijk in je hoofd als je geconfronteerd wordt met de slechte daden van iemand die je nabij is. In de beschreven kille geschiedenis van huiszoekingen en arrestaties zoek ik naar die paar woorden die me kunnen geruststellen. Een bevestiging dat hij weliswaar fout was, maar geen slecht mens… Hoe vaak ik de verklaringen in het dossier ook lees, dit gevoel blijft. Ik merk dat ik het in gesprekken ook benadruk. Ik verwonder me erover. Zo vaak lees ik dit bij anderen en verfoei ik het. Dat toch wat vergoelijkende toontje. “Ja hij was wel fout maar hij was een lieve vader.” Anderen waren slechter. Of meer verantwoordelijk. 

Horst Wächter

Die ergernis voel ik ook als ik De Rattenlijn lees van Philippe Sands. Het boek gaat over de nazi Otto Wächter, die medeverantwoordelijk was voor de dood van honderdduizenden Joden en Polen. Sands beschrijft de carrière van Wächter minutieus: alle kleine en grote keuzes die deze nazi maakte, worden belicht. Vanuit een historisch-politiek perspectief maar ook vanuit de persoon. We leren Wächter niet alleen als nazi kennen, maar ook als echtgenoot, vader, vriend. De zoon van Wächter is betrokken bij het boek. Sands gaat vaak bij hem op bezoek, en raakt gefascineerd door de bizarre houding die Horst Wächter aanneemt tegenover zijn vader. Horst doet er alles aan om te benadrukken dat zijn vader een goed mens was, probeert voortdurend zijn betrokkenheid bij misdaden te ontkennen. De schrijver en Horst draaien in hun gesprekken vaak moeizaam en worstelend met het verleden om elkaar heen. Als Horst voor de zoveelste keer de daden van zijn vader Otto bagatelliseert, begin ik terug te praten. Hoe kun je dit nou doen? Waarom geef je niet gewoon toe waar je vader verantwoordelijk voor was?

Otto Wachter met vrouw en kinderen, na de oorlog in Oostenrijk¨

Horst zelf verklaart zijn houding door te zeggen dat hij als zoon de plicht heeft om tegenover de wereld te laten zien wie zijn vader was. Zijn vader wordt onrecht aangedaan als de complexiteit van zijn persoonlijkheid wordt teruggebracht tot dat ene simpele beeld: dat van een monsterlijk slecht figuur. De houding van Horst maakt me boos en toch moet ik toegeven dat ik hem hierin wel begrijp. Ik doe het immers zelf ook, op mijn eigen manier. Zodra is bepaald dat iemand aan de foute kant van de geschiedenis staat, stopt vaak het denken: het denken over die persoon als mens. Dit voelt onjuist voor diegenen die zich tegen wil en dank met deze verliezers verbonden voelen, zoals Horst zich verbonden voelt met zijn vader en ik met mijn opa. 

Tot de uiterste consequentie

De kleine krantenartikelen die verschenen na het proces van mijn opa liegen er niet om. ‘Vooral de arrestaties van Bastiaan Maan uit Monster hadden verschrikkelijke gevolgen gehad. Tegen deze Maan eiste de advocaat-fiscaal achttien jaar met aftrek.” 

Opa en oma Maan, in de kassen in Monster, jaren zestig.

Kan een mens gedefinieerd worden aan de hand van een politieke keuze en de daden die daaruit voortvloeien? 

Aan het begin van je leven heb je een onbeperkt aantal geschiedenissen. De lucht kan zinderen van verwachting en spanning als je jong bent. Je gaat je eigen leven leiden, bent niet langer vooral het kind van je ouders. Zoveel verhalen die op je wachten, zoveel wegen om in te slaan. Ik weet zelf nog goed hoe dat voelde. Op de drempel van het leven ziet de toekomst eruit als een groot avontuur. Dat moet mijn opa ook gevoeld hebben. Ik beschreef dat eerder aan de hand van zijn huwelijksfoto. Met open blik staarde hij naar de camera. Trots en zelfbewust.

Huwelijksfoto, Bastiaan Maan en Cornelia Smit, 1932

Toen had hij de geschiedenis nog een andere wending kunnen geven. Maar hij sloeg in 1934 die ene noodlottige weg in. Hij had terug kunnen keren, voordat het te laat was. Dat deed hij niet. Hij liep de gehele weg af, tot aan de uiterste consequentie. Het verhaal over die weg werd zijn ene verhaal. Het verhaal dat al het andere irrelevant maakt. 

Dit is een waarheid, een pijnlijke verdrietige waarheid, die ook Horst onder ogen moet zien. 

Betere sociale toestanden

In een interview zei ik: “Mijn opa was gewoon fout, klaar.”  

Anders dan voor Horst Wachter is dat voor mij geen discussiepunt. Daarom wilde ik dat ook duidelijk benoemen. Geen misverstanden. Maar deze constatering is geen eindpunt, wel een startpunt. Daardoor kan ik me richten op die misschien wel onmogelijk te beantwoorden vraag hoe hij zo is geworden. Wat heeft hem daar gebracht: als commandant van de Landwacht in Leiden? Als een man die werd gevreesd?

Ik ben lid geworden van de NSB om betere sociale toestanden te bereiken en samenwerking met Duitsland te zoeken, omdat dat voor ons als tuinders het achterland was voor het afnemen van onze producten.” 

Deze summiere uitleg gaf mijn opa toen hij in november 1945 werd verhoord vanwege zijn activiteiten in de oorlog. In 1934 was hij, tegelijk met mijn overgrootopa, lid geworden van de NSB. Dat bleef hij tot mei 1945. ‘Betere sociale toestanden’, zei hij. En ‘samenwerking met Duitsland’. 

Maar hier moet meer over te vertellen zijn.

Wil je mail bij een nieuw verhaal?

Vul dan je e-mailadres en naam in. Je kunt altijd weer uitschrijven.

3 reacties

  1. Ik las Stefan Hertmans boek De Opgang. Ook over een man die blijkbaar twee kanten had. En die kanten waren complex en zeker niet zwart-wit. En toch bekruipt je het gevoel dat iemand die aardig kan zijn toch ook harde kanten had. En dat maakt het zo dubbel en moeilijk, zeker als het je roots betreft… het zegt alleen niets over de nakomelingen. helemaal niets.

    1. Dank voor je reactie, Karin. Dat boek klinkt als een aanrader.
      Nee, het zegt niets over de nakomelingen en toch en toch. Denk je daar dus wel eens over na.

  2. Hallo Marjonne,
    Ook ik had een opa. Lid van de NSB. Tijdens een verlof in Nederland, volgens mij in 1947, was hij ook een keer naar München geweest om het allemaal met eigen ogen te aanschouwen. ‘Machtig interessant.’
    Toen de oorlog in Nederland begon werd hij in Indië opgepakt en in de gevangenis gegooid. Toen daar later de Japanners binnenvielen en hij in een concentratiekamp terechtkwam stond hij achteraan in alle pikordes.
    Mijn moeder vertelde me dit toen ze al behoorlijk begon te dementeren.
    Mijn opa was mijn grote voorbeeld. Hij vertelde me hoe de wereld in elkaar stak, legde me de stoommachine, de viertakt verbrandingsmotor tijdens zomerse logeerweken uit. Ingenieur op een suikerfabriek geweest. Toen ik twaalf was vertelde hij over Einstein, relativiteit, de lichtsnelheid en het denkexperiment met de trein die zijn eigen licht niet kan inhalen, demensies en de onmogelijkheid van tijdreizen.
    Elke zomer bezochten we het beeld van Sint Joris en de draak naast de Martinitoren.
    Pas twintig jaar later toen ik met een kater door Groningen liep zag ik pas de jaartallen 1940-1945 voor het eerst en waar dat beeld voor stond.
    ‘Shit,’ dacht ik, een opa neemt zijn kleinzoon elke zomer mee naar een beeld zonder tegen die kleinzoon te zeggen waar dat beeld over gaat.’ Daar komt hij later wel achter.
    Mijn opa was mijn gereedschap. Ik gaf les zoals mijn opa vertelde. Ik tekende hardop en zette alles meteen in het grote kader.
    Hij verdween meteen als mijn gereedschap toen mijn moeder uitverteld was. Ik had geen vaste grond meer. Weg was de trein en het licht waarover ik in de eerste klas van de middelbare school nog een spreekbeurt hield.
    Wat mij basis gaf was een voorstelling die ik een paar jaar eerder zag:

    https://www.transparant.be/en/productions/ruhe

    Geen idee of je het boek De SSers kent van Hans Sleutelaar en Armando. Interviews met voormalige SSers die niet onderbroken en rechtuit vertellen waarom ze ooit die keuzes hadden gemaakt. Toen het boek ergens in de jaren ’60 uitkwam veroorzaakte het veel ophef. Tussen muziek door vertellen acteurs als de personages in het boek heel neutraal wat hun bewoog. Zonder om begrip te vragen. De muziek maakt je week en de text komt snoeihard binnen.
    Toen Remkes uitlegde wat PVVstemmers bewoog moest ik hieraan en aan mijn opa denken.
    Het boek is nog te krijgen. Een aanrader. Je zal het wel kennen/hebben.
    Ik moest een paar hindernissen in mijn hoofd nemen om weer les te kunnen geven met mijn opa in mijn achterhood. Zoals hij mij in de praktijk liet zien hoe je het soortelijk gewicht bepaalt van steenkool compleet met Eureka!-verhaal.
    (ik gaf les in theatertechniek)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Wil je mail bij een nieuw verhaal?

Vul dan je e-mailadres en naam in. Je kunt altijd weer uitschrijven.