
4. De nakomer
Het is een grijze dag, die 31ste mei 1935. De zon laat zich niet zien. Op Scheveningen is er volop bedrijvigheid. Op de kade zitten vrouwen in dracht netten te boeten. Een meisje wordt geboren.
;
Ga naar de inhoudJuffrouw Jol kwam uit Scheveningen. Ze zag eruit als een vrouw uit een andere tijd met de twee vlechten die ze altijd in een krans op haar hoofd droeg. Twee jaar lang had ik les van haar. Ik wil weten wie zij was, wat haar dreef en hoe zij haar onderwijs vormgaf. Aan de hand van haar geschiedenis wil ik mijn eigen liefde voor het onderwijs onderzoeken. Wat betekent het om een leven lang voor de klas te staan?
Het is een grijze dag, die 31ste mei 1935. De zon laat zich niet zien. Op Scheveningen is er volop bedrijvigheid. Op de kade zitten vrouwen in dracht netten te boeten. Een meisje wordt geboren.
Hoe warm en lief ze ook was voor haar leerlingen, juffrouw Jol was eigenlijk behoorlijk introvert.
Maar dat laatste had ik als kind nog niet in de gaten.
Bij juffrouw Jol begint mijn liefde voor verhalen. Alle verhalen. Maar de bijbelverhalen toch wel het meest. Nooit eerder hoorde ik iemand zo mooi vertellen. Alle kinderen hangen moeiteloos aan haar lippen, gelovig of niet-gelovig.
Op een maandag eind augustus 1982 loop ik onwennig het schoolplein op, naast mijn moeder. Het schoolgebouw lijkt zo uit het kale plein gegroeid. Een rechthoekig blok, log en gesloten. Deze school is duidelijk oud. Misschien al eeuwenoud. Ik kan me niet voorstellen dat het daarbinnen een vrolijke boel is.