In 1934, het jaar dat mijn opa lid wordt van de NSB, heeft de beweging vleugels gekregen. Het fascisme oefent een grote aantrekkingskracht uit op mensen in heel Europa, ook in Nederland. De periode van 1929 tot en met 1935 is de bloeitijd van het Nederlands fascisme.
De NSB is niet het enige fascistische initiatief dat Nederland in die jaren kent. Een concurrent begin jaren dertig vormt de Algemeene Nederlandse Fascisten Bond (ANFB) onder leiding van Jan Baars. Jan Baars was daarvoor al actief geweest bij Vereeniging De Bezem. Baars was een redelijk begaafd spreker en bracht zijn politieke ideeën als een marktkoopman aan de man.
In 1932 weet de ANFB zo’n drieduizend leden aan zich te binden. Bij de Tweede Kamerverkiezingen in 1933 krijgt de partij 17.157 stemmen. Ze halen hiermee net geen zetel. De ANFB gaat vervolgens al snel aan interne strubbelingen ten onder. Jan Baars is niet in staat het tij ten gunste te keren. De ruzies zijn kenmerkend voor de eerste jaren waarin het fascisme op het Nederlandse politieke toneel verschijnt. De mannen die leiding geven aan de beweging vliegen elkaar veelvuldig in de haren, maar hebben elkaar ook nodig. Het is dan ook niet verwonderlijk dat andere politieke partijen zich in deze periode nog onbedreigd voelen door de nieuwe politieke stroming. Met de opkomst van de NSB kantelt dit.
De NSB groeit na een moeizame start vanaf 1932 gestaag: op 1 januari 1933 telt de beweging 21.000 leden. Een jaar later is dit aantal gestegen naar 33.000. Een grote overwinning wordt behaald bij de Statenverkiezingen in 1935, als de NSB 7,94 procent van de stemmen krijgt. Aan de hand van de huidige kiesdeler zou dit percentage neerkomen op twaalf zetels in de Tweede Kamer.
De eerste stormloop: de bres in het front der opgejaagde regenten (Volk en Vaderland, 20 april 1935)
In Monster, de woonplaats van mijn opa en overgrootopa, vallen de nieuwe fascistische partijen in vruchtbare aarde. De ANFB weet in het hele Westland de nodige sympathie op te wekken, maar in Monster richten aanhangers zelfs een steunpunt op. Dit ‘Zwarte Huis’ is gevestigd op een zolder in het centrum van het dorp. Deze plek is zwart en oranje geschilderd en er hangen foto’s van de koninklijke familie, zo bericht de regionale krant.
De toon van dit korte berichtje is gemoedelijk en luchtig. Het fascistische steunpunt in de Heerenstraat in Monster klinkt als een gezellige huiskamer waar het goed toeven is met een grammofoon en de koningin aan de muur. Op geen enkele manier proef je hieruit dat er een gevaar loert, dat waakzaamheid vereist is. De krant stelt geen kritische vragen.
Hadden mijn overgrootvader en opa ook al interesse in de ANFB? Kenden ze mensen die zich inzetten voor de afdeling in Monster? Ik probeer me voor te stellen hoe mijn opa een keer met een kennis is meegegaan naar die zolder. Hoe hij daar rondkeek en hoe ze spraken over de economische problemen en de ideeën van het fascisme. De spreuken die ophingen en hun betekenis. De ene geestdriftig, mijn opa welwillend luisterend, soms instemmend knikkend. Hoe ze een plaatje draaiden, en met elkaar een sigaretje rookten.
Ik heb geen idee of dit gebeurd is, maar wie weet is al eerder, ruim voor mijn opa lid werd van de NSB, een basis gelegd.
Bij de Statenverkiezingen in 1935 krijgt de NSB 5,68 procent van de stemmen in Monster. Daarmee is Monster het dorp met het op één na hoogste aantal NSB stemmers in het Westland. Alleen ’s-Gravenzande heeft er meer, met een percentage van 6,62.
Zoveel jaren na de oorlog zijn we wellicht vergeten hoe groot het fascisme als ideologie in opmars was in Nederland begin twintigste eeuw. Misschien willen we het ook niet weten.
Onlangs onthulde Wim Hazeu dat de dichter Lucebert tijdens de oorlog viel voor het nazisme. Historicus Ewoud Kieft sprak hier in Buitenhof over en stelde in het interview dat ons zelfbeeld moet worden bijgesteld. Dat ‘barbaarse’ fascistische gedachtegoed, dat ons nu zo wezensvreemd toeschijnt, heeft op veel mensen een stempel gedrukt.
Denk er om er is een toekomst mogelijk. Een toekomst voor uw volk! Zo groot en zo mooi! (Anton Mussert)
In 1934 lijkt voor velen de toekomst van Europa fascistisch. Mijn opa sluit zich als 28-jarige jongeman samen met zijn vader bij dit toekomstbeeld aan.
Bronnen:
Willem Huberts, In de ban van een beter verleden. Het Nederlandse fascisme 1923-1945
Philip van den Berg, Kring 71: de NSB in het Westland
Robin te Slaa en Edwin Klijn, De NSB: ontstaan en opkomst van de Nationaal Socialistische Beweging, 1931-1935
Fragment van Ewoud Kieft in Buitenhof